Burgerschap
Burgerschapsvorming brengt jonge burgers (want dat zijn leerlingen immers) de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Ze maken kennis met begrippen als democratie, grond- en mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met maatschappelijke diversiteit. Die kennis komt niet alleen uit het boekje, maar wordt ook geleerd door te oefenen in de praktijk. Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal: democratie – kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming.
Drie domeinen
Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal:
democratie – kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming; democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden.
participatie – kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen.
identiteit – verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar?
Democratie: een manier van leven
Democratie heeft niet alleen te maken met formele politieke rechten en plichten, maar ook met de manier waarop mensen met elkaar omgaan: het erkennen dat iedere burger in principe een bijdrage kan leveren aan het ‘besturen’ van de samenleving, het proberen vreedzaam conflicten op te lossen, een meerderheid die respect en tolerantie voor minderheden aan de dag legt, en andersom. Democratie omvat niet alleen formele spelregels, maar is een houding, een levenswijze. We verwachten dat burgers elkaar respecteren en met rust laten. We verwachten dat iedereen zijn bijdrage levert aan de kwaliteit van de samenleving en niets doet dat die kwaliteit in gevaar brengt.
Participatie: actief meedoen
Burgerschapsvorming wil kritische burgers voortbrengen. Het gaat erom dat leerlingen de kennis, houding en vaardigheden verwerven die nodig zijn om goed te kunnen functioneren in het politieke, economische en sociaal-culturele leven. ‘Goed functioneren’ betekent actief meedoen, medeverantwoordelijk voelen, een bijdrage leveren aan de leefomgeving en bereid zijn democratisch gedrag te vertonen. Maar er mag ook aandacht zijn voor wat genoemd wordt ‘kleine deugden’. Deugden die de omgang tussen mensen prettiger en zinvoller maken (zie de bijlage voor een opsomming). Burgerschapsvorming wijst kinderen en volwassenen op de waardevolle betekenis van plezierige en humane omgangsvormen.
Identiteit: meer dan levensbeschouwing
Identiteitsontwikkeling heeft een relatie met levensbeschouwelijke ontwikkeling, maar is breder. Identiteitsontwikkeling heeft te maken met je zelfbeeld, hoe je in de wereld staat, hoe jij jezelf ziet ten opzichte van anderen. Waar sta ik voor en hoe maak ik dat waar? Een democratische samenleving doet een sterk beroep op de eigen verantwoordelijkheid, op regie nemen over het ontwikkelen van de eigen identiteit. Er is een constante wisselwerking tussen de identiteit van een persoon en de (sociale) omgeving. Gezin, vrienden, de klas, de vereniging. De identiteit van een leerling wordt gevormd in de relatie met anderen, terwijl die identiteit weer invloed heeft op de sociale omgeving
De school zelf is ook een gemeenschap, waar kinderen en volwassenen leren samen te werken, samen te leren, samen vreugde en verdriet te delen. Leerlingen worden serieus genomen en delen mede de verantwoordelijkheid voor een plezierige en veilige omgeving. Tegelijkertijd willen wij dat de school geen gesloten gemeenschap is. Leren gebeurt niet alleen op school. Daarom onderhouden de scholen contacten met instanties en organisaties die aan het leren kunnen bijdragen. De school staat midden in de maatschappij en haalt de maatschappij de school binnen. Door jongeren actief te betrekken bij de samenleving waar ze deel van uitmaken, zorgen we ervoor dat ze zich medeverantwoordelijk gaan voelen voor die samenleving. Burgerschapsvorming brengt jonge burgers de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving.
Belangrijk zijn bijvoorbeeld sociale vaardigheden.
· Luisteren, je mening geven, voor je eigen belangen opkomen, conflicten oplossen op een vreedzame manier.
· Aandacht nodig voor de gedrags- en omgangsregels die het sociale verkeer ordenen.
· Overdragen van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en van kennis over democratie.
· Kennismaking met verschillende culturen, geloven en leefwijzen in de Nederlandse samenleving.
Visie
Basisschool Bleijerheide vindt het belangrijk dat kinderen opgroeien tot fijne en sociale mensen. We zien het dan ook als taak om de kinderen op te voeden tot evenwichtige, fatsoenlijke, democratische, participerende en coöperatieve burgers van de Nederlandse samenleving. We zien burgerschap niet als apart vak, maar als een manier van met elkaar omgaan, waarbij de leerlingen worden uitgedaagd na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Burgerschapsvorming zit daarom verweven in ons hele onderwijsaanbod.
In onze visie is het dus belangrijk dat onze kinderen:
- Een kritische kijk op de samenleving ontwikkelen
- Respectvol omgaan met anderen
- Normen en waarden meekrijgen die gelden in onze maatschappij
- Kennis, inzicht en begrip hebben van de multiculturele, democratische samenleving
- Zelfbewust en mondig zijn
- Weet hebben van de rechten en plichten die zij hebben
Onze school fungeert hierbij als een veilige oefenplaats voor kinderen
Specifieke kerndoelen zijn:
- 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen.
- 36: De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger
- 37: Leerlingen leren zich te gedragen van uit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen
- 38: De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met seksualiteit en met diversiteit binnen de samenleving, waaronder seksuele diversiteit.
- 39: De leerlingen leren met zorg omgaan met het milieu.
- 47: De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van de eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen en buitenland, vanuit de perspectieven bestuur, cultuur en levensbeschouwing. In ieder geval wordt daarbij aandacht besteed aan twee lidstaten van de Europese Unie en twee landen die in 2004 lid werden, de Verenigde Staten en een land in Azië, Afrika en Zuid-Amerika.
- 51: De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.
- 53: De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.
Heeft u nog vragen?
Laat het ons weten. We helpen u graag.